Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nam Saul het koninkrijk over Israel in; en hij streed rondom tegen al zijn vijanden, tegen [84]Moab, en tegen de kinderen Ammons, en tegen [85]Edom, en tegen de [86]koningen van Zoba, en tegen de Filistijnen; en overal, waar hij zich wendde, [87]oefende hij straf. 84. Dat is, de Moabieten. 85. Dat is, de Edomieten. 86. Het land van dezen lag van Batanea tot de Eufraat. Zie wijders op 2 Sam.10:6. 87. Dat is, God gebruikte hem als een instrument om de vijanden zijner kerk te straffen. Anders, maakte hij het kwalijk, of deed hij kwaad, beroerde hij hen, plaagde hij hen. Te weten, de vijanden beschadigende.